De techniek op Kaj-M.
Oorspronkelijk was de baan voorzien van analoge techniek en dus rijkelijk voorzien van bedrading, stekers, trafo’s en een bedieningspaneel zo groot als een orgel …
De oorspronkelijke eigenaar van de baan achter het bedieningspaneel in 1995.
Rijden met meerdere treinen was mogelijk door secties in/uit te schakelen en de wissels met schakelaars in het sporenplan op het tableau in de gewenste stand te zetten.
LED’s gaven de ingestelde rijwegen weer. De rijregelaars waren elektronisch en instelbaar voor het type trein dat gereden werd, dus ook met massasimulatie.
Toch werd na enige tijd gekozen voor digitalisering van de baan. Allereerst werden enkele locomotieven voorzien van een decoder en werd een deel van de rails op een digitale rijregelaar aangesloten, zodat er digitaal gerangeerd kon worden en analoog op het hoofdspoor gereden werd. De bediening regelden we toen met 2 mobile-Stations van Trix.
De enigszins aangepaste versie (maar nog altijd bijzonder groot) van het bedieningspaneel en onze eerste ervaring met digitaal rijden.
De ervaringen met digitaal rijden waren zeer positief, zeker voor wat de locs waarin een geluidsdecoder was geplaatst betreft.
Een klein kijkje ‘onder de motorkap’ van Kaj-M:Op 24-11-2009 werd er druk gesleuteld aan de techiek van de baan.
De nieuwe vaste magneten (Kadee) worden uitgebreid getest (en akkoord bevonden)!
De volgende stap was om ook de wissels digitaal aan te sturen en alle gebruikte locs te voorzien van een decoder, zodat op de gehele baan een digitale spanning kon komen te staan.
Ook de wissels werden op decoders aangesloten zodat het grote bedieningspaneel overbodig werd.
Omdat met de oude Mobile-Stations geen wissels bediend kunnen worden en goede ervaringen met een Fleischmann Twin-Center waren opgedaan in combinatie met Koploper op een laptop, werd naar een digitale-centrale gezocht.
De keuze viel op IB-COM van Uhlenbrock. Het gehele sporenplan en alle locomotieven werden middels Koploper gedefinieerd .
Spiekbriefje met het sporenplan (toenmalig) om de wisselnummers te kunnen onthouden.
Op de Lokonet-aansluiting werden 2 Fleischmann Profi-Boss handregelaars aangesloten zodat we op elke plek voor of achter de baan de treinen en de wissels kunnen besturen.
Op de centraal geplaatste laptop kunnen ook met muis en toetsenbord alle handelingen plaatsvinden en is de stand van alle wissels direct afleesbaar.
De wissels worden aangedreven door Lemaco wisselmotoren, welke zijn aangesloten op LDT-decoders.
Alle locomotieven zijn voorzien van decoders waarvan sommige met geluidsfuncties.
Op het hoofdspoor (buitenste spoor) pendelt een trein, voorzien van een Lenz-decoder volgens het ABC-principe, heen en weer, wat het enige ‘geautomatiseerde’ is op deze baan.
De Heljan containerterminal heeft een eigen (digitaal-) bedieningskastje voor alle funkties, welke we hebben afgesteld om langzamer te kunnen bedienen.
Tevens is de Heljan kraan verfraaid, maar dat heeft weinig met de techniek te maken.
De Heljan containerkraan op de havenbaan op Rail 2009.
De meeste gebouwen zijn voorzien van Led-verlichting (strips) met verschillende kleurtemperatuur en ook de baan zelf is van modelverlichting voorzien.
Onder de modules lopen ringleidingen voor de digitale- en voedingsspanningen, maar vanwege de voordelen van digitaal is van de spaghetti van voorheen geen sprake meer.
Het Havengeluid is zelf samengesteld uit opnames uit havengebieden en wordt live gemixt middels een eigengeschreven stukje software (hierover in een later bericht meer) en wordt via een surroundset weergeven.
Tenslotte is baanverlichting (waar mogelijk) bovenaan de voorzijde opgehangen aan aluminium profielen en voorzien van TL-buizen.